In 1936 ziet Wolfgang (20-2-1920) voor zichzelf geen toekomst meer in Duitsland. Hij vlucht naar Winterswijk, net over de grens. De Joodse gemeenschap daar helpt vluchtelingen uit Duitsland. Ook andere jonge Duitse Joden vinden er een toevluchtsoord.
Wolfgang gaat aan de Technische School een opleiding tot schilder volgen. En zoals veel van de vluchtelingen sluit hij zich aan bij een Joodse vereniging, waar ze pingpongen en meedoen met uitjes en ‘bonte avonden’.
Hier leert Wolfgang Thea Windmuller (17-5-1921) kennen. Ze is een actieve meid. Ze speelt graag en goed tafeltennis, zit in het bestuur van de club, doet overal aan mee. Verder korfbalt ze, doet ze graag kaartspelletjes, bezoekt ze clubs en feestjes, gaat ze met vrienden stappen en knakworstjes eten onderweg naar huis.
Thea woont met haar ouders boven hun kledingwinkel. Ook haar zus Martha en haar man en kind wonen in het pand. Thea helpt in de winkel, daar heeft ze plezier in.
In 1939 vluchten ook Wolfgangs ouders Herbert Maas en Adele Bornheim met zijn broer Herbert uit Duitsland. Zij weten naar Sao Paulo in Brazilië te ontkomen. Wolfgang en Thea hopen later dat zij daar ook heen zullen kunnen gaan. Wolfgang correspondeert regelmatig met zijn ouders. Na het oorlogsbegin worden de brieven via het Rode Kruis verstuurd.
Wolfgang vindt Thea leuk, maar de relatie blijft vriendschappelijk. Wolfgang schrijft later dat haar reputatie hem aanvankelijk afschrok. Ze is populair, houdt van flirten en heeft veel vriendjes. In haar dagboek noemt ze zichzelf een jongensgek. Maar ze stelt duidelijk haar grenzen. Zo schrijft ze op 8 april 1939:
’s Morgens ben ik met Horst een heel eind wezen fietsen naar de Italiaanse meren. Daar aangekomen hebben we een tijd rondgewandeld, hij ging zitten en ik ook, echt maf. Toen zijn we gaan liggen, hij ging natuurlijk weer dicht bij mij liggen, maar ik moest daar niets van hebben, maar verder was hij kalm.
Op Nieuwjaarsdag 1940 is er een feest, waarbij iedereen flink teut wordt. Wolfgang danst op tafel. Later brengt hij Thea naar huis. Onderweg zegt dat hij met haar wil trouwen. Thea schrijft dat toe aan zijn dronkenschap. Daar blijft het voorlopig bij.
1 januari 1940
(…) Onderweg kwam Wolfgang naast me lopen. Hij was zo lollig als de pest en heb ik hem over alles uitgehoord, ik heb ook nog Bernard zijn jas aangehad. Oh, wat hebben we ons idioot aangesteld als gekken. Toen we uit het Kronenhuis weggingen zijn we weer naar het lokaal gegaan en heeft Wolfgang een dans op de tafel uitgevoerd. Wolfgang wilde mij naar huis brengen, ik vond het best, hij is een leuk vlot joch, ook leuk om te zien. We hebben een heleboel gekletst en hij had het er maar over dat hij met me trouwen wilde enz. enz. Ja, hij had wel genoeg op en ik lachte me maar dood.