Op een niet eerder vertoonde wijze maken de nazi’s gebruik van propaganda om de opvattingen en gevoelens van het Duitse volk te bespelen. Dat gebeurt onder de regie van Joseph Goebbels, vanaf 1929 Reichsleiter für Propaganda van de nazi-partij, die in 1933 tot minister van Openbare Voorlichting en Propaganda wordt benoemd.

Goebbels gaat planmatig en systematisch te werk. Hij brengt razendsnel alle Duitse kranten en tijdschriften, het bioscoopjournaal en de filmindustrie, de radio en de kunsten onder zijn controle. Beruchte producten uit de ‘gifkeuken’ van Goebbels zijn de tentoonstelling Der ewige Jude en de film met dezelfde titel.

Goebbels

Ansichtkaart van de tentoonstelling Der ewige Jude in 1938 in Wenen. De ‘Jood’ wordt op de kaart voorgesteld naar het door de nazi’s gewenste beeld: met geld en zweep in de hand, en hamer en sikkel als verwijzing naar het ‘Joods-communistische complot’.

Ook de post wordt benut als propagandamiddel. Op ansichtkaarten worden Hitler en de nazi-ideologie verheerlijkt en de Joden als ‘volksvijanden’ bestempeld. Met de Russen, Engelsen en Amerikanen wordt de spot gedreven. Postzegels lenen zich eveneens voor propaganda. Zo worden er speciale postzegels uitgebracht ter gelegenheid van Reichsparteitagen van de nazi’s.

In 1937 wordt Wilhelm Ohnesorge tot Reichspostminister benoemd. Direct na zijn benoeming wordt de Führer Kult ingevoerd: de verheerlijking van Hitler met bijzondere postzegels. In 1938 komen er toeslagen op dergelijke postzegels. Ohnesorge en Martin Bormann, een naaste medewerker van Hitler, hebben bedacht dat Hitler portretrecht heeft op zijn afbeelding op de postzegels. De vergoedingen vloeien in het Kulturfonds des Führers, dat dient om ambitieuze bouwplannen van Hitler te kunnen realiseren.

Ohnesorge

Al het getoonde materiaal is afkomstig uit de collectie van Bennie Vlaskamp