Tilly Bosman schrijft:
“(…) De kinderen worden hier vrijwel allemaal ziek. En erg ook: longontsteking, roodvonk, mazelen, kinkhoest, bof, pokken en vooral: heimwee. (…)”
Zondag, 6 juni 1943
(…) Vandaag is het ergste van het ergste aan het gebeuren wat men zich maar kan indenken. Er gaat n.l. een transport kinderen van 0 tot 16 jaar. De kinderen tot 4 jaar moeten door de moeder begeleid worden. Van 4 tot 16 mag één van de ouders mee, indien niet in de industrie werkzaam (…)
Juultje Wurms, zusjes Eva en Kitty en haar ouders zijn in kamp Vught als het bericht komt dat de kinderen weg moeten.
Op het laatste ogenblik horen ze dat Eva, die vrijdag 16 wordt, niet mee hoeft.
De moeder van Juultje schrijft:
(…) Hiermede wil ik jullie berichten dat ik gister gelukkig het pak en jou brief heb ontvangen want het kwam net op tijd dat ik met Juultje de pakken kan meenemen naar het groote Onbekende. Ik moet met Juultje op transport ik kon Juultje alleen laten gaan maar jij begrijpt dat ik dat niet wou doen. (…)
Korte tijd is er een schooltje waar de kinderen van Rie Hakker, haar vriendin en andere onderwijzeressen les krijgen.
Zij schrijft: “(…) Ondanks al die narigheid vooral bij die transporten, lachen wij ook nog vaak. Alleen gisteren niet, toen we de vrouwen alleen met de kinderen zagen vertrekken. Die had roodvonk, die 40o koorts, enz. vreselijk.
Wat een geluk dat we alleen zijn.”
6 juni worden de kinderen tot en met 3 jaar gedeporteerd.
Op 7 juni zijn de kinderen van 4 tot en met 16 jaar aan de beurt.
Tilly Bosman schrijft: “Maandag, de nieuwste streek, die ze gisteren uithaalden was, dat ze de vertrekkenden geen afscheid lieten nemen. Dat bereikten ze door na appel (12 uur) blochsperre af te kondigen voor het gehele kamp. (…) Dus mannen, vrouwen en kinderen konden dus niet eens elkaar spreken vóórdat één van de partijen wegging. Het kind van Mina is met 40o koorts weggegaan.”
Op het laatste moment moet ook Rie Hakker met het transport mee.
Via Westerbork gaat het ‘Kindertransport’ door naar Polen. Drie dagen en nachten duurt de reis. Op 11 juni komt de trein op 11 juni aan in Sobibor, waar alle kinderen, vrouwen en mannen nog diezelfde dag worden vermoord.
De echtgenoot van Annie Vrachtdooder werkt, zoals veel mannen aan de Moerdijk. Zij schrijft vanuit kamp Vught:
Je hebt tenminste een teken dat ik er nog ben he. Nu lieveling ik zal je vertellen wat er gebeurd is. Alle vrouwen met kinderen zijn doorgestuurd geworden ook de vrouwen waarvan de mannen aan de Moerdijk werken. (…) Nu Maup er is j.l. Zondag en Maandag een 2 transporten gegaan in het geheel 3500 mensen. Alle kinderen zijn weg (…)