Tittmoning is het laatste kamp waar Willem Heijmans naartoe gaat. Het ligt vlakbij Oostenrijk, bij de stad Salzburg, en blijkt een oude burcht met een prachtig uitzicht op de Beierse Alpen. De mannen mogen één keer per week in bad, twee keer per week wandelen en net als in Stanislau worden er muziekavonden en sportwedstrijden georganiseerd. Heijmans vergelijkt Tittmoning met een kuuroord, maar mist zijn vrouw en dochter enorm. Ook hier is te weinig voedsel, hebben de mannen last van ongedierte en is Heijmans constant verkouden omdat het kasteel koud en vochtig is.
Uit de brieven blijkt dat Heijmans voortdurend meeleeft met zijn vrouw en dochter in Nederland. Hij schrijft over de oorlogssituatie in Nederland, denkt mee met praktische zaken en geeft zijn vrouw advies over bijvoorbeeld de belastingpapieren, hun obligaties en de levensverzekering van hun dochter. Neeltje en Hansje eten tegen het einde van de oorlog voedsel uit de gaarkeuken en hun huis wordt tijdelijk gevorderd. Willem schrijft zijn vrouw en dochter vaak dat hij ze mist en hoopt ze snel terug te zien.
25 september 1944
L! Alles wat hier gebeurt valt geheel in het niet bij hetgeen jullie in Nederland medemaken. Eindhoven, Nijmegen, Arnhem (…) Geve God, dat er spoedig een einde aan mag komen en dat jullie gespaard mogen zijn! Wij zitten hier in afschuwelijk afwachten! Raadgeven kan ik je niet en bijstaan evenmin; wees uiterst voorzichtig beiden; ik denk veel aan jullie ook in de kerk. Paps
Heijmans blijkt op de hoogte van operatie Market Garden (17-25 september 1944), het offensief van de geallieerden via Eindhoven en Nijmegen naar Arnhem. Het lukt de geallieerden niet om Arnhem in te nemen waardoor de bevrijding van de rest van Nederland duurt tot 1945.
De post en pakketbezorging is heel onregelmatig. Heijmans ontvangt soms een maand lang geen brieven en dan een heel stapeltje in één keer. Voor de familie in Apeldoorn is de situatie vergelijkbaar. Soms raakt post kwijt of worden pakketjes gestolen, maar meestal is de post vertraagd omdat alle brieven worden gecontroleerd. In de herfst en winter van 1944-1945 ontvangt Heijmans mede door de gevolgen van de spoorwegstaking, vijf maanden lang geen bericht van het thuisfront.*
Op 3 januari 1945 schrijft Heijmans uit Tittmoning:
“Liefste moeder en Hans! Vooreerst en allereerst mijn beste wenschen voor jullie beidjes in ’t Nieuwe jaar! Ik weet ’t is zoo langzamerhand een gemeenplaats geworden, een phrase, maar als je even in mijn ziel kon zien wat er in mij omgaat nu ik die woorden neerschrijf, dan zou je begrijpen hoe wel ze gemeend zijn! Zou nu dit jaar eindelijk onze hereeniging brengen, we hebben dien wensch al zoo vaak geuit nog nooit ging hij in vervulling integendeel onze scheiding is grooter dan ooit ik krijg nu ook nooit meer bericht van jullie – heb niet ’t minste contact meer, maar houd moed, meiskes, ook in dit komende jaar.”
* Tegelijk met operatie Market Garden begint de spoorwegstaking waarbij 30.000 personeelsleden van de NS het werk neerleggen. De Duitsers verzorgen vanaf dan hun transporten met eigen treinen. In West-Nederland ontstaan door het beperkte treinverkeer voedseltekorten, met de hongerwinter tot gevolg.