Op de avond van 14 mei 1940 krijgt Jules verkering met Rachel Borzykowksi, dochter van Pools-Joodse immigranten. De ouders van Rachel zijn in 1919 uit Polen gevlucht voor het antisemitisme. Ook de ouders van Rachels’ moeder zijn vanuit Czestochowa naar Amsterdam gekomen.
Natascha van Weezel vertelt over de ouders en grootouders van Rachel Borzykowski die Polen ontvluchtten vanwege het antisemitisme (00:43)
De sfeer bij hen thuis vindt Jules fijn: er is veel contact met Oost-Europese Joden en ze zijn lid van de Joods culturele vereniging Sjolom An-Ski.
Jules en Rachel ontspringen nét de dans bij de eerste razzia na de Februaristaking in 1941. Ze besluiten zo snel mogelijk te trouwen zodat Rachel de Nederlandse nationaliteit krijgt. Dat voelt veiliger. Ze trouwen op 18 december 1941 – tegelijk met Rachels zus Hella en Ab Stodel – en trekken in bij Rachels grootouders in de Manegestraat.
Vrij snel na de Februaristaking mogen hij en de Joodse directeur van de drukkerij niet meer werken. Vanaf dat moment heeft hij geen inkomsten meer. Rachel en Jules en hun zwager Ab Stodel maken van dun karton portefeuilles om distributiestamkaarten en rantsoenbonnen in op te bergen.