In oktober 1939 stellen de nazi’s een Joodse Raad aan met Mordechai Chaim Rumkowski als voorzitter. In februari 1940 wordt het getto gevormd en worden ongeveer 164.000 Joden daarin opgesloten. Aan het hoofd van het getto staat Hans Biebow, die fabrieken in het getto laat bouwen waarin Joden worden uitgebuit. In december 1940 beginnen de deportaties naar het vernietigingskamp Chelmno.
In 1941 wordt binnen het getto van Lodz een apart ‘zigeunergetto’ gevormd, waarin in 1941 en ’42 Sinti en Roma uit Duitsland en vooral Oostenrijk worden opgesloten, voordat zij naar Auschwitz, Chelmno of Treblinka worden afgevoerd. Zo’n 5.000 Sinti en Roma uit Oostenrijk en enkele duizenden uit Duitsland gaan deze weg.
In mei 1944 besluiten de nazi’s het Joodse getto te liquideren en op 29 augustus vindt het laatste grote transport naar Auschwitz plaats. Slechts 7.000 Joden uit Lodz overleven de oorlog. Als Sovjet-troepen op 19 januari 1945 Lodz binnentrekken, treffen ze nog 877 mensen in het Joodse getto aan.
Het getto van Lodz was zeer groot en bestond lange tijd, tot begin 1945. Op een zeker ogenblik, vermoedelijk in de loop van 1941, gaven de Duitsers toestemming aan de Joden voor een eigen postbezorging in het getto. Twee dagen nadat de eigen postzegels waren uitgegeven, werden deze echter alweer verboden. Van de enkele brieven die bekend zijn met zo’n postzegel, wordt de authenticiteit betwijfeld.
Op de zegel staat Mordechai Rumkowski, voorzitter van de Joodse Raad in Lodz, afgebeeld. De overige afbeeldingen geven aan dat de Joden in Lodz werkzaam waren in de industrie en wel hoofdzakelijk de textiel-industrie.
Rumkowski en zijn gezin werden op 30 augustus 1944 gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij werden vermoord.
Briefkaart vanuit Klesko (Sovjet-Unie) van 23 januari 1941 (voor de Duitse inval) naar het getto van Lodz, gericht aan Rumkowski.
Klesko, 23-1-41
Geachte heer Rumkowski!
Het is al een jaar geleden dat ik de stad Lodz heb verlaten en mijn vrouw, kinderen en mijn moeder achtergebleven zijn. In die tijd heb ik talrijke briefkaarten geschreven, echter op geen enkele antwoord ontvangen. Ik bevind mij sinds 7 maanden in de Oekraïne op hetzelfde adres. Mijn naam is Nowak Ruben, mijn adres in Lodz was: Rybnastraat 21/23, woning nr. 45. Mijn vrouw heet Sela Nowak. Mijn moeder Rosa Nowak woonde in de Pierprzowastraat 24, woning nr. 16. In de naam van mijn kleine, arme kinderen verzoek ik u daarom zich voor het lot van mijn familie en verwanten te interesseren en mij te helpen hen te vinden. Ik dank u bij voorbaat zeer hartelijk voor de moeite.
Met vriendelijke groeten, hoogachtend
Met groene stift, bij de adressen:
woont ze nog, woont ze nog
Onder:
Ze zijn gezond, moeder, zuster, vrouw en kinderen vragen om pakketten.
Briefkaart uit 1941 vanuit het getto van Lodz naar Praag. De kaart is door de censuur geweigerd. Er is op gestempeld: Inhalt Unzulässig (Inhoud ongeoorloofd).
De censuur heeft in de tekst onderstreept: Ich benötige eine lange Unterhose und 2-3 weiche farbige Hemden (Ik heb een lange onderbroek en 2-3 zachte gekleurde hemden nodig). Het sturen van kleding was niet toegestaan.
Briefkaart van 17 april 1942 vanuit Praag naar het getto van Lodz, met stempel Getto-Verwaltung Litzmannstadt 21. Apr. 1942 en aankomststempel 22. April 1942.
De kaart bevestigt de ontvangst van 20 RM (Reichsmark).
Linksonder op de tekstzijde van de kaart staat in rood een paraaf van de Joodse Raad.
Briefkaart verzonden vanuit Parijs naar het getto van Lodz (Litzmannstadt) met censuurstempel Oberkommando der Wehrmacht. De kaart is geschreven op 26 februari 1942, het aankomststempel is van 5 april 1942. De kaart is dus lang onderweg geweest.
Hij is verstuurd aan Der Älteste der Juden, Chaim Rumkowski. De Joodse Raad verzamelde alle post en bezorgde deze bij de geadresseerden in het getto, in dit geval D. Chusen.
Parijs, 26-2-42
Beste Doortje
Het verwondert ons zeer al zo lang geen nieuws meer van jullie te hebben gekregen. Jullie schrijven ook niet of jullie de pakketten van ons hebben ontvangen en wat erin zat. We hopen dat jullie gezond zijn. Bij ons is nog alles bij het oude. Hebben jullie bericht gekregen van tante Elli en van Cella? Schrijf ons meteen terug, want we weten niet wat we ervan moeten denken. Max en Salli schrijven ons iedere week. Op een spoedig antwoord wachtend groet en kust jou en ook je lieve ouders
Je tante Lene en je oom S… (onleesbaar). Veel groeten en kussen van Dora, Salli, Ferdi en Henri.