Het eerste kamp in Nederland is bij Schoorl, waar vanaf februari 1941 vooral Joden en politieke gevangenen worden opgesloten. Ook de jonge Joodse mannen die de SS-leider in Nederland Rauter laat oppakken uit wraak voor gevechten in Amsterdam met NSB-ers en SS-ers, worden in eerste instantie naar Schoorl gebracht, waarop de deportatie naar, en dood in Mauthausen volgt.
Kaart van 19 juli 1941 aan dhr. Aldenkamp, politiek gevangene in kamp Schoorl. Na de sluiting van kamp Schoorl wordt hij overgebracht naar kamp Amersfoort en van daaruit naar Buchenwald, waar hij door de Amerikanen wordt bevrijd.
Kaart van 19 juli 1941 aan dhr. Aldenkamp, politiek gevangene in kamp Schoorl. Na de sluiting van kamp Schoorl wordt hij overgebracht naar kamp Amersfoort en van daaruit naar Buchenwald, waar hij door de Amerikanen wordt bevrijd.
Op de kaart staat een censuurparaaf van de vrouw van Karl Peter Berg. Zij is Nederlandse. Berg is ondercommandant in Schoorl en vervolgens plaatsvervangend commandant in Amersfoort. Op 8 maart 1943 wordt hij in Amersfoort tot kampcommandant benoemd.
Berg maakt zich schuldig aan mishandelingen van gevangenen en is betrokken bij executies. Hij wordt na de oorlog ter dood veroordeeld en in 1949 doodgeschoten.
Het regime in Schoorl is relatief mild: er wordt geen zwaar werk verricht en er is voldoende voedsel. Maar veel van de gevangenen worden afgevoerd naar andere kampen, naast Mauthausen met name ook Buchenwald. Ruim de helft van de in totaal ongeveer 1.900 Schoorlse gevangenen komt tijdens de oorlog om. Van de 740 Joodse gevangenen overleven er slechts twee.