Op 15 september 1935 worden de Neurenberger rassenwetten ingevoerd. Joden mogen niet meer met niet-Joden trouwen of er seksuele betrekkingen mee hebben, het staatsburgerschap wordt hen ontnomen en ze verliezen hun stemrecht. Ze worden uitgesloten van beroepen als ambtenaar, arts, advocaat en notaris. In oktober worden ook Joodse journalisten door een beroepsverbod getroffen en in de culturele sector verliezen eveneens vele Joden hun baan.
In 1936 leiden de rassenwetten en de verordeningen die eraan gekoppeld worden, tot de systematische onteigening van Joodse winkels en bedrijven. In het onderwijs hebben ze ook gevolgen. Daarnaast speelt daar het door de nazi’s aangewakkerde antisemitisme een grote rol. Nog voor er landelijke maatregelen zijn uitgevaardigd, besluiten lokale nazi-bestuurders in veel plaatsen op basis van de rassenwetten en -verordeningen Joodse leerlingen van onderwijs uit te sluiten. Maar er zijn ook schoolbesturen die daar zelf toe overgaan.
Omdat hij beseft dat hij in deze omstandigheden geen toekomst heeft, vlucht Wolfgang Maas op 16-jarige leeftijd naar Nederland.
In 1939 wonen in Gelsenkirchen nog zo’n 700 Joden. Het aantal is in zes jaar tijd gehalveerd.