Na Neurenberg-Langwasser wordt Willem naar krijgsgevangenkamp Stanislau (Stanislawów) gebracht. In dit kamp verblijft hij het langst, van augustus 1942 tot januari 1944. Dit kamp ligt in het huidige Oekraïne en het kan er in de zomer erg warm zijn en in de winter erg koud. Willem Heijmans vraagt daarom in zijn brieven om een warme trui, goede schoenen en een bivakmuts.

Voor elke maaltijd is er een appèl waarbij wordt gecontroleerd of er geen krijgsgevangenen zijn ontsnapt. Verder vult Willem zijn dagen met huishoudelijke klussen zoals het schoonmaken van de barak, eten koken en wassen. Daarnaast is er in Stalag 371 met enige regelmaat tijd voor vertier. Men gaat naar concerten met muziek van Beethoven en Chopin, en er zijn af en toe sportwedstrijden.

Minder prettig is de kou in de barakken waardoor Heijmans constant verkouden is. Daarnaast hebben de mannen veel last van ongedierte zoals vlooien en torren. Ook slapen ze met veel mannen op kleine kamers en mogen ze maar één keer in de twee weken in bad. Ten slotte is er altijd te weinig eten. Meestal krijgen de militairen maar één maaltijd per dag.

“Ik zit voor ’t open raam te schrijven. ’T Is hier nu volop zomer geworden. Wat zou ik graag willen uitvliegen maar ik blijf in mijn kooitje. “Wenn ich ein Vogel wäre” *. Ik benijd de ooievaars, die hier met soms tientallen tegelijk over ons gebouw drijven, hoog in de lucht, diep in ’t blauw, zweven ze daar rond zonder hun vleugels ook maar even te bewegen. Ik staar ze na en benijd ze zoo!” (Stanislau, 16 mei 1943)

Regel uit een liefdesgedicht van J.G. Herder

Net zoals Neeltje haar man kleding- en voedselpakketten kan sturen, zendt Heijmans ook post en pakketjes naar Nederland. Hij stuurt bijvoorbeeld versleten winterkleding die versteld moet worden want daar heeft hij zelf een hekel aan. Daarnaast stuurt hij het geld dat hij voor zijn Duitse krijgsdienst ontvangt naar huis. Heijmans hoeft hier als officier niet voor te werken, maar militairen met een lagere rang wel. Hij koopt van dat geld ook weleens producten waar in Nederland een tekort aan is zoals koffie, thee en chocolade. Die producten laat hij dan bezorgen met de post of via iemand die naar Nederland reist.


Kerstmenu 1942

Heijmans stuurt zijn vrouw en dochter bij alle feestelijke gelegenheden speciale brieven en soms zelfs cadeautjes. Ook viert hij verjaardagen, huwelijksjubilea, Sinterklaas, Kerst en Oud- en Nieuw in het krijgsgevangenkamp met lekkere maaltijden uit zijn voedselvoorraad of bijvoorbeeld met een spelletje kaarten. Zo wordt Sinterklaasavond 1942 gevierd met 1 liter warm water per persoon, een potje kaarten met prijsjes uit de Engelse en Amerikaanse Rode Kruis pakketten en een lang gedicht van wel 133 regels.


Stanislau, 9 mei 1943

Onze trouwdag! Reeds 22 jaar geleden! Waar blijft de tijd! Nog zie ik me in A’dam waar wij ons ’s morgens eeuwig trouw beloofden en vol levensvreugde en opgewektheid samen ’t leven ingingen! Het leven, dat ons toen zoo vriendelijk toelachtte, dat ons zooveel gaf wat wij beiden er van verwachtten en ons ook veel bracht waar we allerminst op rekenden! Toch gaan we vol moed verder, omdat ons in ieder geval de hoop maar ook de trouw gebleven is en dat wil in deze tijden heel wat zeggen!