Heijmans blijft in Tittmoning tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Op 30 mei 1945 schrijft hij vanuit Düsseldorf aan zijn vrouw en dochter dat hij bijna thuis is. Net als alle andere ex-krijgsgevangenen gaat hij eerst naar een van de opvangcentra in Weert of Zeist. Hier worden de militairen onderworpen aan een medische keuring en een betrouwbaarheidsonderzoek. Tevens worden zaken als huisvesting, kleding, buitengewoon verlof en betaling geregeld.
Düsseldorf, 30 mei ’45
Liefsten!
Ben thans per vrachtauto op weg naar Nederland. Reis reeds 4 dg. Vertrok zondagnacht drie uur uit Tittmoning. Alles wel. Komen vermoedelijk in ’s Heerenberg ’t land binnen en ga daarna in quarantaine te Weert. Kom na eenigen tijd aldaar verbleven te zijn thuis. Hoop toch zoo jullie gezond aan te treffen. De laatste reis zal me tot Weert heugen wat een vervoer maar ook welk een verwoesting: München, Ulm, Mannheim, ontzettend.” *
*Heijmans ziet welke verwoesting is aangericht in de Zuid-Duitse steden door de bombardementen van de geallieerden.
Na de oorlog blijft Heijmans werkzaam als beroepsmilitair en wordt hij bevorderd tot majoor. Tevens mag hij het mobilisatie-oorlogskruis dragen. In 1950 wordt hij wegens gezondheidsklachten eervol ontslagen en op 17 augustus 1959 overlijdt hij in Apeldoorn.