In de gevangenis in Scheveningen zitten de eerste oorlogsdagen Duitse krijgsgevangenen. Na de capitulatie gaan de Duitsers de gevangenis gebruiken om Nederlanders die zich tegen bezetter verzetten op te sluiten voor verhoor en – soms – berechting. De gevangenis krijgt in de volksmond de naam ‘Oranjehotel’.
Er zitten in de gevangenis veelal zo’n 1200 tot 1500 gevangenen. In totaal zitten er in de oorlog naar schatting 25.000 mensen opgesloten (precieze gegevens ontbreken doordat de Duitsers de archieven aan het eind van de oorlog vernietigen). Sommigen worden na korte tijd weer vrijgelaten, anderen blijven in gevangenschap, in Nederlandse kampen of in Duitsland. 215 gevangenen worden op de nabijgelegen Waalsdorper Vlakte geëxecuteerd.
De terdoodveroordeelden brengen hun laatste nacht door in dodencellen. Meestal worden ze ’s ochtends vroeg uit hun cel gehaald. Ze moeten naar een vrachtwagen lopen, die hen naar de Waalsdorper Vlakte brengt.