15 april 1942
(…) Ik durf de stukken uit Bussum niet door te lezen uit angst voor heimwee, net zo iets als iemand die niet over een gestorven ouder of vriend spreken kan. Misschien later, over weken, misschien maanden. Er was gisteravond luchtalarm. ’k heb niets gehoord. Verder niets nog 2 dagen en dan is ’t Zaterdag dan ga ik naar BUSSUM.
Najaar ’42 moet Wanda werken in een naaiatelier. Haar opgewekte toon is dan allang veranderd. Vol weemoed over de uitstapjes met de NJN, waar ze niet meer naar toe mag. Verdrietig over de zorgen van haar ouders. Boos dat ze niet meer met de tram mag en ’s avonds binnen moet blijven.
Steeds meer bekenden worden van huis gehaald. Wanda heeft net als haar vader, die ook bij het naaiatlier werkt, een Sperre (vrijstelling van deportatie). Maar hoe lang dat helpt? Ze troost zich met de gedachte dat de V van Verduin achter in het alfabet zit.