Het getto van Warschau is het grootste Joodse getto tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het wordt op 16 oktober 1940 gecreëerd door de Duitse gouverneur-generaal in Zuid-Oost-Polen, Hans Frank. De nazi’s bouwen een muur om het getto, waardoor het van de buitenwereld wordt afgesloten. Door ondervoeding, ziekte en deportaties daalt het bevolkingsaantal van circa 450.000 naar ongeveer 60.000 in begin 1943.

Tijdens de Wannsee-conferentie, begin 1942, worden afspraken gemaakt over het uitmoorden van de Joden. De uitvoering wordt voortvarend ter hand genomen. In juli 1942 is het vernietigingskamp Treblinka klaar, waar grote aantallen Joden uit Warschau naartoe zullen worden afgevoerd.

Op 22 juli 1942 wordt de Joodse Raad geïnformeerd dat alle Joden – met uitzondering van degenen die werken in fabrieken, ziekenhuizen en bij de politie, en van de leden van de Joodse Raad – zullen worden gedeporteerd. Er moeten elke dag 6.000 Joden bij de Umschlagplatz (treinstation) worden afgeleverd.

In het getto zijn dan al verzetsgroepen gevormd. Het lukt hen enkele tientallen pistolen, geweren en machinegeweren te bemachtigen, en fabrieken voor Molotowcocktails in te richten.

Zo’n 1.400 Joodse verzetsstrijders beginnen op 18 januari 1943 de Duitsers en de Poolse politie in het getto aan te vallen. Na vier dagen trekken de bewakers zich terug en worden de deportaties tijdelijk stilgezet. Van de verzetsstrijders is echter 80% gedood of gewond.

In de volgende maanden worden de verzetsgroepen weer opgebouwd en op 19 april ontketenen circa 750 verzetsstrijders een grote opstand, waarbij zich duizenden van de circa 57.000 inwoners van het getto zich aansluiten. Er wordt verbeten gevochten, maar de Duitse overmacht is te groot.

Warschau 95376 Yad Vashem

Opgepakte Joden tijdens de opstand in het getto worden bewaakt door Waffen-SS- and SD-soldaten, 1943. Collectie Yad Vashem

De leider van de opstand is Mordecai Anielewicz. Hij schrijft: “Mijn droom is uitgekomen; ik heb geleefd om het Joodse verzet in het getto in al zijn grootsheid en glorie te zien”.

Anielewicz overleeft de opstand niet.

Op 16 mei is de opstand neergeslagen. De nazi’s blazen de grote synagoge in het getto op, een symbolische daad om het einde van het getto en daarmee van haar Joodse bevolking te demonstreren. In de weken daarna wordt het hele getto met de grond gelijkgemaakt.

Tijdens de opstand zijn in het getto 13.000 inwoners omgekomen en zijn er 7.000 naar Treblinka gedeporteerd. Half mei worden de overgebleven 36.000 Joden in het getto vermoord of naar een vernietigingskamp, meestal Majdanek, afgevoerd. 300 tot 400 Duitsers en Poolse politieagenten zijn tijdens de opstand gedood, nog eens zo’n duizend gewond geraakt.

Meer dan duizend Joden weten uit het getto te ontsnappen. Velen worden weer gepakt en vervolgens vermoord, maar honderden duiken met succes onder of sluiten zich bij partizanengroepen aan. Sommigen nemen deel aan de opstand tegen de bezetter, die in september en oktober 1944 in Warschau plaatsvindt.

WarschauPrag

Briefkaart vanuit het getto van Warschau naar Parijs, geschreven 22 januari 1942, verzonden op 31 januari 1942 met stempel Judenrat Warschau.
WarschauPragAchter
22-1-42

Lief zusje!
Ik heb je al zoveel kaarten gestuurd, ik begrijp niet waarom jij deze niet ontvangt. Vorige week heb ik je ook een kaart gestuurd. Bij ons is alles bij het oude. Van Manja krijgen we wel bericht. Het gaat niet slecht bij haar en ze leeft zoals altijd, ze wil ons allen graag bezoeken. Hoe het met mama en Dora gaat weten we niet. Zosia verhuist voortdurend, ze heeft nu een heel leuk woninkje. De kleine Stefan is desondanks nog steeds bij ons. Zosia had zo veel problemen met de verhuizing, dat ze hem niet meer aankon. Hij is al een grote jongen, maar ook verschrikkelijk lastig. Hij leest heel goed en wil alles lezen wat hem onder handen komt, onze boeken niet uitgezonderd. Jurek zou je ook niet meer herkennen, hij is al een volwassen man, hij flirt zelfs al met mooie meisjes. Hoe is het met jou? Schrijf ons uitgebreid. Ik denk er de hele tijd aan waarom je erover klaagt dat je geen nieuws van ons krijgt. Ik kus je hartelijk en wil je zeer graag ontmoeten. Tula.

Warschau 25276 Yad Vashem

Een vader en zijn verhongerende kinderen in het getto. Collectie Yad Vashem

WarschauDoorn

Briefkaart op 14 juli 1942 vanuit het getto van Warschau verzonden naar Doorn, met Wehrmacht-censuurstempel en linksboven een stempel Judenrat Warschau.
De kaart is afgestempeld op 22 juli 1942, de dag dat de Grosse Aktion begint, de reeks deportaties van verscheidene treinen per dag waarmee in ongeveer zeven weken tijd zo’n 250.000 Joden uit het getto van Warschau naar vernietigingskamp Treblinka worden afgevoerd.

WarschauDoornAchter

14-7-42

Lief broertje!
Jouw kaart van 26.6 en dat prachtige pakket heb ik met grote vreugde ontvangen. In het pakket zat alles zoals jij geschreven had en ik kan ook alles heel goed gebruiken. Hartelijk bedankt.
Over onze ouders hoef je je op dit moment geen zorgen te maken, zullen we maar zeggen, niet meer dan je het tot nu toe gedaan hebt. Het was wel de bedoeling ze naar het bejaardenhuis in Frankfurt-Oder te brengen, maar dat is afgeblazen. Maar dat zou ook nog niet het ergste zijn. Op je vraag hoe het eten hier is, wil ik je wel antwoorden. In de fabriek gaat het wel, al is het eentonig. Er is dagelijks 1 liter soep en ’s ochtends en ’s avonds een ½ brood. Als de soep mij erg de keel uithangt, verkoop ik die en eet ik alleen brood. Dankzij de goede zorgen van onze lieve ouders kan ik mij sommige andere dingen veroorloven. Maak je om mij geen zorgen, maar blijf gezond. Vele hartelijke kussen van je liefhebbende Lotte.