Het eerste kamp in Nederland bij Schoorl vinden de nazi’s al snel te klein. Het wordt eind oktober 1941 gesloten. Bij de Leusderheide is aan het begin van de zomer van ’41 het grotere Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort in gebruik genomen: een verzamelplaats voor allerlei categorieën gevangenen, die zwaar werk moeten verrichten, bruut worden behandeld en honger lijden. Vooral de Joodse gevangenen moeten het ontgelden. Ook medegevangenen reageren hun agressie op hen af.

De omstandigheden in kamp Amersfoort zijn bijzonder slecht. Vooral heerst er een enorm voedseltekort, ook omdat de SS-bewaking veel van het voor de gevangenen bestemde eten achteroverdrukken. Het gevolg is dat er op alle mogelijke manieren jacht op voedsel wordt gemaakt: ondanks de dreiging van zware straffen wordt er gestolen uit de keuken, de varkensstal, de SS-tuinderijen. En van elkaar.

Begin 1943 wordt het als ‘modelkamp’ bedoelde SS-concentratiekamp in Vught geopend. Kamp Amersfoort wordt  in de eerste drie maanden van ’43 ontruimd. Zeshonderd gevangenen worden naar Duitsland gedeporteerd, 2850 naar Vught overgebracht, enkelen naar elders, zoals Nico Peeters die naar Haaren gaat. Er blijven in Amersfoort acht gevangenen achter in de zwaarbewaakte gevangenis van het kamp, de bunker.

Tot de ontruiming hebben ongeveer 10.000 mensen in kamp Amersfoort gevangengezeten.

Ook in ‘modelkamp’ Vught zijn de omstandigheden beroerd. Van de uit Amersfoort overgebrachte gevangenen sterven er in Vught binnen enkele maanden 201.

Doordat de nazi’s steeds meer mensen in Nederland arresteren, wordt het voor hen noodzakelijk kamp Amersfoort weer in gebruik te nemen. Het kamp wordt ook drastisch uitgebreid. Op 17 mei 1943 wordt het onder de naam Erweitertes Polizeigefängnis heropend. De naam gaf aan dat het kamp viel onder de verantwoordelijkheid van de lokale politieautoriteiten.

Vught 65987

Erratum: in de tentoonstelling is deze foto bij Kamp Vught geplaatst. Research heeft het volgende uitgewezen:
De foto is in juli 1943 in Amersfoort genomen. Op 17 mei 1943 wordt een groep van ruim zeventig Joodse mannen uit kamp Vught naar  kamp Amersfoort overgebracht voor graafwerkzaamheden bij de Infanteriekazerne. Ze worden streng gescheiden gehouden van de al snel weer binnenkomende gevangenen in Amersfoort, dragen gevangenenkleding, blijven administratief onder Vught vallen, en krijgen post en pakketten vanuit Vught doorgestuurd. Na zeven weken is het graven aan de pantserschietbaan klaar en gaan de mannen terug naar Vught. Hun vrouwen en kinderen zijn dan al weg met de kindertransporten. © NIOD, Beeldbank WO2

In de tweede periode wordt de doorstroom van gevangenen veel groter. Tot het einde van de oorlog verblijven er in deze periode ongeveer 26.700 gevangenen voor kortere of langere tijd in het kamp. Ruim 13.000 worden er in het kader van de Arbeitseinsatz naar Duitsland overgebracht, 3.150 politieke gevangenen worden naar concentratiekampen gedeporteerd.

14958 arbeidscommando verlaat Kamp Amersfoort web

Arbeidscommando verlaat Kamp Amersfoort, Archief Eemland

De omstandigheden zijn na de heropening iets beter. De gevangenen krijgen meer warm eten en meer brood. Ook mogen ze – met uitzondering van de Joodse gevangenen – voedselpakketten ontvangen.

Bij de voorbarige bevrijdingsroes van Dolle Dinsdag (5 september 1944) wordt een groot aantal gevangenen vrijgelaten, maar daarna arriveren weer nieuwe. Als de Duitse kampleiding de hielen licht, wordt het kamp op 19 april 1945 overgedragen aan het Rode Kruis. Begin mei rijden Canadese bevrijders het kamp binnen.

Van de Amersfoortse gevangenen zijn circa honderd Sovjet-krijgsgevangenen (vooral afkomstig uit Oezbekistan) en een onbekend aantal verzetsmensen op de Leusderheide geëxecuteerd.

Amersfoort-Frijns-adres

Amersfoort-Frijns-tekst

Op 15 mei 1944 door Jacques Frijns vanuit kamp Amersfoort naar zijn familie in Valkenburg verstuurde brief.