Najaar 1939 wordt in Beaune-la-Rolande, ten zuiden van Parijs in de buurt van Orléans, een kamp gebouwd voor Duitse krijgsgevangen. Dat gebeurt ook in de nabij gelegen plaatsjes Pithiviers en, in de winter, Jargeau.
In de zomer van 1940 gaan de Duitsers deze kampen voor Franse krijgsgevangenen gebruiken.
Vanaf 14 mei 1941 wordt het kamp gebruikt als doorgangskamp voor Joden. De eerste gevangenen zijn enkele duizenden Joden, die Duitsland en Polen ontvlucht zijn. Ze zijn opgepakt bij de rafle du billet vert, de groene-convocatie-razzia. In een groen gekleurd briefje zijn ze gesommeerd zich te melden voor een ‘onderzoek van hun situatie’.
Op 16 en 17 juli voert de politie in Parijs een grote razzia uit, waarbij ruim 13.000 mensen worden opgepakt, nu voor het merendeel Joden met de Franse nationaliteit. Ze worden in eerste instantie opgesloten in de Parijs winterwielerbaan. Dit levert de razzia de naam rafle du Vel’ d’Hiv’ op. Vervolgens worden ze naar Beaune-la-Rolande en Pithiviers afgevoerd. Ouders en kinderen worden daarbij van elkaar gescheiden.
Vanuit Beaune-la-Rolande vinden deportaties plaats naar Drancy (noordoostelijk van Parijs) en rechtstreeks naar Auschwitz. Op 17 augustus 1942 worden 1.500 kinderen, van wie de ouders al eerder zijn gedeporteerd, vanuit Beaune-la-Rolande naar Drancy getransporteerd.
Vanuit Beaune-la-Rolande zijn ruim 12.000 Joden naar vernietigingskampen afgevoerd, rechtstreeks of via Drancy.
Op 4 augustus 1943 wordt het kamp gesloten. Van het kamp is niets meer over. Op het terrein staat tegenwoordig een landbouwschool.
Ook het kamp in Jargeau wordt eerst voor Duitse en vervolgens Franse krijgsgevangen gebruikt. Vanaf maart 1941 worden er vooral Roma en Sinti opgesloten.