Op 7 december wordt de later zo genoemde Nacht und Nebel-verordening (officieel: Richtlinien für die Verfolgung von Straftaten gegen das Reich oder die Besatzungsmacht in den besetzten Gebieten, richtlijnen voor de vervolging van misdaden tegen het Rijk of de bezettingsmacht in de bezette gebieden) van kracht. Het doel is om de – na de aanval op de Sovjet-Unie sterk toenemende – verzetsacties in West-Europa tegen te gaan, zonder door openbare processen en nieuwsberichten over executies de verzetsstrijders tot martelaren te maken en zo het verzet te versterken.
De verordening, uitgevaardigd door Wilhelm Keitel, hoogste commandant van de Wehrmacht, leidt ertoe dat bijna 7.000 verzetsmensen uit België, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Noorwegen naar Duitsland worden gebracht, in het geheim worden berecht en gevangen worden gehouden, zonder dat hun familie geïnformeerd wordt. De Gestapo houdt bovendien nog zo’n 3.000 verzetsmensen in het geheim in Schutzhaft (preventieve hechtenis), zonder dat daar een rechtbank aan te pas komt.
Ad van Liempt over communicatie:
“Totaal isoleren, een duivelse uitvinding” (01:32)
In het begin worden Nacht und Nebel-gevangenen meestal in isolement in strafgevangenissen geplaatst. Tussen mei 1943 en april 1944 worden ongeveer 2.700 NN-gevangenen in een apart deel (Lager Süd) van het strafgevangenenkamp Esterwegen en in een ander Emslandkamp, Börgermoor, opgesloten. Vervolgens worden NN-gevangenen in de concentratiekampen Hinzert (bij Trier), Gross-Rosen en Natzweiler gevangengezet. Hinzert was vaak een tussenstation. De familie van de gevangenen krijgen geen enkel bericht over gerechtelijke vonnissen, executies of overlijden. Afscheidsbrieven worden achtergehouden.
De meeste Nederlandse NN-gevangenen belanden in Natzweiler. In dit kamp in de Elzas komen 280 van de 590 Nederlandse verzetsmensen door de zware arbeid en mishandelingen om. Bij het naderen van de Geallieerden wordt het kamp ontruimd en worden de gevangenen naar andere kampen, vooral Dachau, overgebracht, waar ook nog velen sterven. In Gross-Rosen zijn enkele tientallen Nederlandse verzetsstrijders, veelal communisten, vermoord.
Van alle NN-gevangenen is ongeveer de helft vermoord.