In augustus 1941 krijgt Roemenië, dat op 20 november 1940 een bondgenootschap met Duitsland heeft gesloten, de zeggenschap over Transnistrië, een gebied tussen Roemenië en Oekraïne, dat tot de Sovjet-Unie behoorde (tegenwoordig maakt het deel uit van Moldavië). Naar kampen en getto’s in dit gebied worden, naast 150.000 tot 250.000 Joden, tienduizenden Roemeense Sinti en Roma gedeporteerd.
De omstandigheden in de meer dan honderd kampen en getto’s in Transnistrië zijn verschrikkelijk. Door honger, kou en gewelddadigheden komen grote aantallen gevangenen om.
In 1946 verklaart een Roemeense overheidscommissie dat er 36.000 Sinti en Roma in Transnistrië zijn gestorven. Later stelt Roemenië de aantallen gedeporteerden en doden drastisch naar beneden bij. Recent onderzoek wijst erop dat het aantal Sinti- en Roma-slachtoffers meer dan 40.000 heeft bedragen.
Bij het begin van de oorlog leefden er in Roemenië zo’n 300.000 Sinti en Roma.